Zodra Ewald de kinderen enthousiast op ontdekkingstocht ziet gaan in de schooltuin, is hij verkocht. “Ze palmen me allemaal in”, vertelt hij lachend. Ewald is sinds 8 jaar coördinator van de schooltuin in Bemmel. Op het enorme perceel van 3000m2 liggen naast de 100 schooltuintjes ook een akker met daarop 16 gewassen, aspergebedden, een fruittuin, bloementuin, kruidentuin en een bijenstal. Alles wordt gebruikt voor de schooltuinlessen en themalessen die gegeven worden door vrijwilligers. Sommigen geven de klassikale instructies aan het begin van de schooltuinles, terwijl de rest elk een klein groepje kinderen begeleidt bij de moestuintjes zelf.

Ewald (met groene pet) geeft uitleg aan de kinderen tijdens de Week van de Schooltuin.
Proevend leren
Naast de bekende gewassen, zoals sla, aardbei, spinazie en aardappel staan er ook meer onbekende gewassen in de tuin. Ewald: “We hebben recepten voor bijvoorbeeld pasta met spinazie, eventueel aangevuld met brandnetel, geroosterde meiraapjes, kervelsoep en rabarbercompote. De verschillende recepten krijgen de kinderen via de leerkracht mee naar huis, zodat ze het thuis kunnen maken. Een aantal maken we ook op de tuin.

Ze zeggen altijd dat kinderen uit de stad niet weten waar hun eten vandaan komt, maar juist daar hebben ze vaak al decennialang schooltuinen, zoals in Amsterdam. Op het platteland zijn er ook genoeg kinderen die geen kennis hebben van voedsel. Op onze akker hebben we daarom een themales waar kinderen etiketten van boodschappen uit de winkel lezen en het product bij het juiste gewas moeten neerleggen. Ze mogen ook proeven. Zo maken ze de link. Via eten gaat het leerproces veel makkelijker.”